Naar schatting 1 op de 7 jongeren kampt met psychische problemen. Sport kan helpen bij een oplossing. “Op voorwaarde dat tijdens het sporten een aantal cruciale sociaal-emotionele vaardigheden aangeleerd worden”, zegt Jolan Kegelaers, professor gezondheidspsychologie en postdoc onderzoeker aan de VUB. Hij onderzoekt hoe scholen het mentaal welbevinden van hun leerlingen kunnen versterken met een doordacht sportaanbod. “Enkel en alleen wat extra sportlessen invoeren gaat niet helpen.”

Dat jongeren gebaat zijn bij sporten klinkt logisch. De lijst met voordelen van bewegen is lang. “Sporten verbetert de conditie en immuniteit. Het kan je helpen om beter om te gaan met stress en verbetert je slaap”, zegt Jolan Kegelaers, professor gezondheidspsychologie en postdoc onderzoeker aan de VUB. Sporten levert je ook heel wat psychologische winst op. “Sporters streven vaak bepaalde doelen na. Lukt het je om die te behalen, dan zorgt dat voor een gevoel van voldoening en meer zelfvertrouwen.”

 

“Sporten is gezond, maar onderzoek toont aan dat de effecten op depressieve klachten en angsten eerder bescheiden zijn.”

Maar sporten gaat onvermijdelijk ook met minder leuke ervaringen gepaard. “Verliezen, blessures, tegenslagen… Het hoort erbij. Jongeren leren zo omgaan met tegenslagen. Het versterkt hun veerkracht.” Sporten is ook een sociaal gebeuren. “Een plek om vrienden te maken en om prosociale vaardigheden onder de knie te krijgen: fair play, steun bieden, een goede vriend zijn… Stuk voor stuk belangrijke skills die een positieve impact hebben op het mentaal welzijn van jongeren en door sport aangescherpt kunnen worden.”

Jolan Kegelaers

Jolan Kegelaers

Sporten is gezond… maar niet altijd

Ondanks alle sportvoordelen is een realistische, kritische blik noodzakelijk, volgens Jolan Kegelaers. “Media en beleidsmakers durven de positieve effecten van sport weleens te overdrijven. Sporten is gezond, maar onderzoek toont aan dat de effecten op depressieve klachten en angsten eerder bescheiden zijn.” Hij zegt zelfs dat sport ook een negatieve impact op mentaal welzijn kan hebben. “Denk aan een sportcontext waarin discriminatie en uitsluiting voorkomen, of waar veel prestatiedruk aanwezig is. Sporten kan stress helpen verminderen, maar het kan ook extra stress veroorzaken. In welke mate beschikken jongeren over de nodige skills om met die stress om te gaan? Helpt de omgeving hen om stress te kanaliseren of zorgt ze net voor extra druk? Het speelt allemaal een belangrijke rol.”

 

“Met ons Smarts-project hopen we het welbevinden van jongeren te versterken door sport naar scholen te brengen.”

Bovendien is de ene sport de andere niet. “De beperkte onderzoeken die rond dit thema bestaan, tonen aan dat mentale klachten vaker voorkomen bij individuele sporters dan bij teamsporters. Individuele sporters zijn meer op zichzelf aangewezen. Dat kan een mogelijke verklaring zijn. Een goed sociaal netwerk is immers cruciaal voor je welbevinden. Of misschien ervaren solosporters meer stress omdat hun prestaties van zichzelf afhangen, terwijl teamsporters eerder een gedeelde verantwoordelijkheid ervaren? Verder onderzoek is nodig. Het toont in ieder geval aan dat sport doordacht ingezet moet worden, wil je er het mentaal welbevinden mee kunnen vergroten.”

Scholen als speelveld

De vraag en nood om jongeren te ondersteunen in hun mentaal welbevinden is groot. “Depressieve klachten en angstproblemen komen steeds vaker voor en we maken ons grote zorgen over de toename van zelfverwondend gedrag”, zegt de psycholoog. “Ook scholen zoeken massaal naar extra handvaten. Met ons Smarts-project hopen we het welbevinden van jongeren te versterken door sport naar scholen te brengen, op een laagdrempelige manier en zonder extra financiële kost. Jongeren die thuis niet de mogelijkheden hebben krijgen via dit project wel toegang tot een georganiseerd sportaanbod.” Smarts staat voor Stimuleren van mentale gezondheid en veerkracht via scholen en is een wetenschappelijk project aan de VUB.

“Sport is emotie. Hoe herken je die emoties bij jezelf?”

Maar het Smarts-project gaat verder dan sporten. “Enkel en alleen wat extra sportlessen invoeren gaat niet helpen. We gebruiken sport om sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen, die jongeren ook in hun leven buiten het sporten kunnen gaan gebruiken. Sport is emotie. Hoe herken je die emoties bij jezelf? Wat doet het met jou wanneer iets niet lukt, je tegenstander een goal maakt... Hoe herken je emoties bij je teamgenoot? Wat kan je doen om steun te bieden aan je teamgenoten? Na de sportactiviteit organiseren we laagdrempelige reflectiesessies waarin we jongeren motiveren het over mentale gezondheidsthema”s te hebben. Deze gesprekken voeren we bewust niet in de klas. Jongeren die al een moeilijkere relatie met school hebben, meer stigma voelen rond mentaal welzijn of schoolmoe zijn, haken af wanneer ze in de klas nog meer les moeten volgen over mentaal welzijn. Met sport kunnen we die jongeren wel goed bereiken.”

Smarts-project start in Brussel

Het Smarts-project bevindt zich momenteel nog in volle voorbereidingsfase. “Volgend schooljaar zal het project gelanceerd worden in 4 GO-scholen in Brussel”, zegt Kegelaers. Een bewuste keuze. “In grootsteden is de toename van mentale klachten bij jongeren het sterkst. We zien ook dat er meer barrières zijn om naar de traditionele hulpverlening te stappen, zoals anderstaligheid, stigma of een gebrek aan financiële middelen. Inzetten op preventie is er dus extra belangrijk.”

Droevige tennisspeelster

“We schaven het project voortdurend bij, zodat het bij de leefwereld van de jongeren past.”

Het Smarts-project richt zich vooral op jongeren van 13 tot 15 jaar. “We weten uit onderzoek dat de meeste mentale klachten precies in die vroege adolescentie ontstaan. Als we aan preventie willen doen, moeten we dus vooral oog hebben voor deze groep. We willen weten wat hen bezighoudt en enthousiast maakt en zetten sterk in op co-creatie. De eerste gesprekken met focusgroepen leerden ons bijvoorbeeld dat vechtsporten erg populair zijn bij Brusselse jongeren. Het heeft dan weinig zin om tijdens ons onderzoek in te zetten op basketbal. We schaven het project voortdurend bij, zodat het bij de leefwereld van de jongeren past.”

Ook de leerkrachten worden nauw betrokken bij het onderzoek. “Het is immers de bedoeling dat zij na afloop van het project op eigen houtje verder kunnen en langdurig blijven inzetten op het welbevinden van hun leerlingen.”