Op vrijdag 22 maart, ‘Wereld Water Dag’, vragen de Verenigde Naties opnieuw aandacht voor de mondiale waterproblematiek. Een mooie aanleiding om VUB-professor grondwaterhydrologie Marijke Huysmans aan de tand te voelen over de toekomst van onze eigen watervoorraden. We staan voor uitdagingen, geeft ze toe. “Door de klimaatverandering worden onze winters warmer en natter en onze zomers heter en droger. Vroeger viel de regen in België verspreid over het hele jaar. In de toekomst verwachten we ongeveer dezelfde hoeveelheden regen, maar dan geconcentreerd in de herfst en de winter. De grote uitdaging wordt: zoveel mogelijk water vasthouden om de droge zomers door te komen.”

De IJzer liep over en duizenden kelders liepen onder: de afgelopen herfst en winter waren extreem nat. Wat een verschil met de lange droge zomer van 2022. Toen werd ons ten strengste afgeraden de auto te wassen en de tuin te besproeien. Het had veel erger kunnen zijn, aldus Marijke Huysmans. “In september 2022 zijn we aan een rampscenario ontsnapt. Het is maar net op tijd beginnen regenen, anders had de overheid bedrijven van het drinkwater en het Albertkanaal moeten afkoppelen en zeer zware restricties aan de burgers opleggen.”

Marijke Huysmans

“Ons weer wordt steeds extremer”

Te nat, te droog: het is altijd iets tegenwoordig.

Marijke Huysmans: “We wennen er maar beter aan, want volgens de klimaatscenario’s wordt dat waarschijnlijk het nieuwe normaal in onze streken. In de herfst en de winter mogen we ons verwachten aan warmere temperaturen en meer neerslag, met alle wateroverlast van dien. In de lente en de zomer krijgen we te maken met langere, intensere periodes van droogte. Dat was al het geval in 2018, 2019, 2020 en 2022. In de zomer van 2021 hadden we dan weer de dramatische overstromingen in Wallonië. Dat is nog een evolutie: ons weer wordt extremer.”

Krijgen we hier dan elk jaar een droog en een nat seizoen?

“Die richting gaat het uit. Klassiek is de regenval bij ons min of meer gespreid over het hele jaar: qua aantal liters is er normaal geen groot verschil tussen zomer- en wintermaanden. Nu evolueren we naar een klimaat met twee jaarhelften: een droog en een nat.”

Wat betekent dit voor onze watervoorziening?

“Dat wordt een uitdaging. Het is relatief eenvoudig om water te voorzien als er elke maand ongeveer evenveel regen valt. Blijft het lang droog, dan slinken de voorraden van oppervlaktewater en grondwater en komen we in de problemen. In Vlaanderen wordt 50 procent van het drinkwater gewonnen uit grondwater en 50 procent uit oppervlaktewater. De grootste bron van oppervlaktewater is het Albertkanaal, dat door de Maas gevoed wordt. Als het water daar te laag staat, zitten we in de penarie. Niet alleen voor ons kraantjeswater thuis, maar ook voor bedrijven die hun koel- en proceswater uit het kanaal halen.”

“Uit de klei van West- en Oost-Vlaanderen kan je geen grondwater pompen.”

Waarom zijn het meestal West- en Oost-Vlaanderen die eerst in de problemen komen?

“In West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen bestaat de ondergrond hoofdzakelijk uit klei – onder Ieper zit bijvoorbeeld een kleipakket van 100 meter dik. Kleikorrels zijn klein en zitten dicht tegen elkaar. Daardoor heeft het regenwater weinig plaats om door te sijpelen en is de beschikbare watervoorraad in klei minder groot. De IJzer is ook maar een bescheiden rivier – als het peil zakt, kan je er geen water meer uithalen. Bovendien ontvangt de streek in de zomer veel toeristen, die graag uitvoerig douchen na een dagje aan het strand.”

In de rest van Vlaanderen is de watervoorraad groter?

“De Kempen, Limburg en een deel van Vlaams-Brabant hebben een zanderige bodem – in de Kempen is het zandpakket zelfs honderden meters diep. Zand neemt wel gemakkelijk regenwater op. Daardoor zit er in die streken meer water in de grond dat je kunt oppompen.”

Hoe is de situatie in Wallonië?

“Een stuk beter. Wallonië haalt 80 procent van zijn drinkwater uit grondwater – daarvan is er daar voldoende beschikbaar. De regio is ook minder bevolkt. In Vlaanderen heb je een enorme concentratie van inwoners, fabrieken en landbouwactiviteiten op een zeer beperkte oppervlakte. Door die grote vraag zijn we op het vlak van waterbeschikbaarheid een echt probleemgebied.”

Wat is de oplossing?

“Het water dat in de herfst en de winter valt, moeten we zoveel mogelijk laten infiltreren, zodat we reserves hebben voor de droge periodes.”

Historisch doen we net het omgekeerde?

“Ja. Het beleid is er al eeuwenlang op gericht om water zo snel mogelijk af te voeren. In de middeleeuwen gebeurde dat al om landbouw mogelijk te maken, later ook om ruimte te creëren voor woningen en industrie. Tot voor een paar decennia was dat een logische aanpak: mensen wilden het water beheersen om er niet teveel last van te hebben. Tot op vandaag stroomt ongeveer 60 procent van het regenwater via rivieren en rioleringen recht naar de zee.”

En dat is geen slim idee?

“Nu niet meer, nee. Bij hevige regenval wordt al dat water snel afgevoerd naar één plek: beneden in de vallei. Dat is vragen om overstromingen. En bij lange droogte is er onvoldoende grondwater dat als buffer kan dienen voor natuur, industrie, landbouw en gezinnen. De oplossing voor die twee problemen - wateroverlast en watertekort - is dezelfde: meer water laten infiltreren. ”

Marijke Huysmans en team in het buitenland

“Met ontharden alleen gaan we er niet komen”

De grote mantra is dan: ontharden. Blijkbaar zijn wij kampioen van de verharding.

“Ongeveer 16% van Vlaanderen is verhard. Dat is het dubbel van het Europese gemiddelde. Het streefdoel is om tegen 2040 geen extra verharding meer toe te staan. Maar met ontharden alleen komen we er niet. Ook bij bestaande en nieuwe woningen, gebouwen en infrastructuur moeten we zoveel mogelijk water laten infiltreren. Daar bestaan allerlei technieken voor, zoals infiltratiegrachten, infiltratiestroken en wadi’s – die laatste zijn geulen of greppels die als tijdelijke buffer dienen en waarlangs het water in de bodem kan sijpelen.”

Meer water laten infiltreren is de start. Wat komt er daarna?

“Het water trager afvoeren. Overal in Vlaanderen lopen er nu pilootprojecten met slimme systemen voor grachten en drainagesystemen. Zo wordt er in de grachten geëxperimenteerd met regelbare stuwtjes. Die houden het water vast als het droog is en voeren het af wanneer het veel regent. Peilgestuurde drainage is een andere veelbelovende techniek. Nu worden velden vaak het hele jaar door gedraineerd, regen of geen regen. Peilgestuurde drainage zet daar een tijdelijke stop op, zodat het grondwaterpeil stijgt en de velden langer vochtig blijven in periodes van droogte. De boer voert het water alleen af als het veld té nat wordt of als hij het veld op moet.’

Is dat een dure oplossing?

“Helemaal niet. Alle drainagebuizen komen sowieso samen in een regelput. Die laatste kan je zo instellen dat het water enkel vanaf een bepaald niveau in de beek stroomt. Dat werkt! Een boer die de techniek toepast, kan verschillende weken langer wachten met beregening dan de naburige collega’s.”

We zouden het bijna vergeten: zuinig omspringen met water helpt ook.

“We moeten alles doen om de druk op onze natuurlijke grondwaterbronnen te verminderen. De industrie heeft zijn behoefte aan grondwater al sterk gereduceerd, door efficiëntere processen en door circulair om te gaan met water. In plaats van grondwater op te pompen, vangen ze regenwater op en gebruiken dat voor toepassingen waar geen drinkwater voor nodig is. En ze zuiveren en hergebruiken hun eigen afvalwater. Hetzelfde verhaal in de landbouw. De mentaliteit verandert snel. Voor 2018 werd er wel eens lacherig gedaan als we het over droogte of waterschaarste hadden. De droge periodes van de laatste jaren hebben iedereen met de neus op de feiten gedrukt.”

 

“Als iedereen in zijn tuin een paar tegels wipt, kunnen miljoenen liters extra infiltreren”

Kunnen individuele burgers ook helpen, of is dat een druppel op een hete plaat?

“Het leeuwendeel van het drinkwater gaat niet naar de landbouw of de industrie, maar naar de huishoudens. Die miljoenen gezinnen hebben samen een enorme impact. Voor de helft van alle toepassingen waarvoor we drinkwater gebruiken, kunnen we op regenwater overschakelen. Om de toiletten te spoelen bijvoorbeeld. Je kunt ook je regenpijp afkoppelen en aansluiten op een regenton of een kleine wadi in de tuin. Ook die tuin kan je zoveel mogelijk ontharden. Als iedereen een paar vierkante meter tegels wipt, kunnen miljoenen liters extra infiltreren.”

Eigenlijk moeten we bijna dankbaar zijn voor de regen van de laatste maanden?

“De hoop is dat die nattere winters onze watervoorraden elk jaar weer gaan aanvullen, zodat we de drogere zomers zonder al te veel problemen doorkomen. Bij ons valt er gelukkig nog regen – de uitdaging is om dat water bij te houden. Hier zijn tenminste nog oplossingen mogelijk. De klimaatscenario’s voor het zuiden van Europa zien er veel verontrustender uit. Daar is de voorspelling gewoon verdroging.”

Expert in ondergronds water

Prof. dr. ir. Marijke Huysmans is verbonden aan de vakgroep Water en Klimaat van de VUB. Haar onderzoek is traditioneel sterk internationaal gericht, hoewel de focus de laatste jaren  ook op grondwater en droogte in Vlaanderen kwam te liggen. Samen met haar team ontwikkelt Marijke Huymans onder andere computermodellen die kunnen voorspellen hoe grondwater zich gaat gedragen.

Tip voor de geïnteresseerde waterleek: in haar blog over grondwatermythes zet Marijke haar wetenschappelijke kennis om in boeiende cijfers en weetjes Mythes over grondwater (grondwatermythes.blogspot.com)